Per 1 juli 2012 geldt de Bedrijfsregeling informatieverstrekking. Deze zou met name als leidraad voor de verzekeraar moeten dienen en kwalijke praktijken bij verzekeraars moeten voorkomen. De regels zijn door en voor verzekeraars opgesteld. Zo zijn daarin opgenomen regels omtrent de informatieverstrekking aan slachtoffers, het contact met het slachtoffer, het opvragen van informatie en betalingen. Maar toch lijken de punten vaak meer ten voordele van de verzekeraar te werken dan ten voordele van het slachtoffer. Ik zal dit toelichten:
1. Zo valt op dat niet is bepaald dat een belangenbehartiger contact met een verzekerde mag opnemen als diens verzekeraar niet binnen 4 weken reageert of gewenste informatie niet wordt toegezonden. Maar wel bepaald is dat de verzekeraar rechtstreeks met een cliënt mag contacten als diens belangenbehartiger niet reageert of gewenste informatie niet toezendt. Zo kan het voorkomen dat in verband met het verbod op “hengelen” en in overeenstemming met de Gedragscode Behandeling Letselschade een volledige patiëntenkaart niet wordt verstrekt. Via de “eigen bedrijfsregels” is het nu mogelijk dat bij het uitblijven van deze patiëntenkaart het slachtoffer wordt benaderd en de discussie over de reikwijdte van het verstrekken van medische informatie naar het slachtoffer verplaats wordt. Ik acht dit onwenselijk. Het is juist vanuit de ongelijkheid van positie en kennis dat er een belangenbehartiger is ingeschakeld.
2. De verzekeraar neemt met het slachtoffer contact op als zijn/haar letselschadezaak niet binnen 2 jaar is geregeld en er geen belangenbehartiger aanwezig is. De verzekeraar en het slachtoffer bespreken dan welke maatregelen genomen kunnen worden om de schaderegeling te bevorderen. Dit doet wat vreemd aan. Als een zaak niet binnen 2 jaar is geregeld, dan is er:
– of geen sprake meer van licht letsel (arbeidsongeschiktheid langer dan 3 maanden) en was en is de verzekeraar verplicht op grond van daartoe strekkende regels om het slachtoffer te adviseren een belangenbehartiger in de hand te nemen.
– of het betreft een (juridisch) complexe zaak dan wel er is een (juridische) discussie ontstaan, zodat het gepast was en is om inschakeling van een belangenbehartiger te adviseren.
Daarnaast is een slachtoffer vaak leek op het gebied van de letselschadepraktijk, zodat hij niet kan oordelen of de door de verzekeraar geopperde maatregelen wel passend zijn en of deze zijn/haar belangen niet ongerechtvaardigd schaden. De verzekeraar beschikt daarentegen wel over professionele kennis.
3. Het staat de verzekeraar vrij om het slachtoffer rechtstreeks te informeren over de voortgang van het schaderegelingsproces en deze op de hoogte te brengen van de buitengerechtelijke kosten, die hij diens belangenbehartiger betaald. Maar als een slachtoffer dat nu helemaal niet op prijs stelt, dan wordt hem dat toch opgedrongen. Er staat niet ” de verzekeraar informeert het slachtoffer over de voortgang en de betaalde kosten, indien en zo vaak las het slachtoffer dat wenst”. En over de andere kant van de medaille is men niet duidelijk: wat betaalt (of betaalde) de verzekeraar zijn eigen advocaten en andere belangenbehartigers? Welke bedrag heeft de verzekeraar voor de zaak gereserveerd? Mag het slachtoffer zijn dossier bij de verzekeraar inzien?
Kortom: de vraag komt op of deze bedrijfsregeling wel ten gunste van slachtoffers uitpakt. Mijns inziens zijn er nu regels opgesteld die de belangen van het slachtoffer en een goede belangenbehartiging kunnen torpederen. Daarnaast is de transparantie te eenzijdig. Een herziening is op zijn plaats.